Pagina's

vrijdag 1 januari 2016

Kyra verteld


Mijn belevenissen tussen Kerst en Nieuwjaar waren niet voor de poes. Even voor de kerst kwam ik thuis met mijn vrouwtje van het dagelijkse middagrondje, ha, dacht ik, gelukkig daar is de buurvrouw, die stond vrolijk kaartjes in de brievenbus te doen bij andere buren.

Nog een buurvrouw die ik niet ken, maar die was heel lief, gaf me een aai. Ook die deed kaartje in de bus en ging kijken naar andere kaartjes. O ja, hoorde ik het vrouwtje zeggen, ik ga ook eens kijken welke vrolijke groet ik in mijn bus heb gekregen. OOOOOOOOOOOOO, hoorde ik haar roepen en ik keek al blij op, want dat was leuk. Moeten jullie nu eens horen, riep ze, wat een fantastische wens. Die ga ik met iedereen delen en zet hem op het bord. Wat staat er dan riepen de andere buren, nou lees maar. De buurvrouw van beneden kwam ook uit de lift, kijk nou eens riep het vrouwtje, welke wens ik heb gekregen. Ze keken verbaasd naar de tekst, ik merkte dat die niet in de haak was, maar begrijpen doe ik al die dingen niet, maar je voelt dat het niet tof is. De kaart ging op het bord tussen al die anderen. Want het was tenslotte een kerst kaart zei het vrouwtje.

Maar mijn vrouwtje kan wel blij doen en veel lachen, want chagrijnig is ze nooit, een kut wijf ook niet, en onbetrouwbaar helemaal niet. Ze is recht door, streng doch rechtvaardig. Niet altijd leuk, maar ik weet wat ik aan haar heb, kan altijd op haar steunen. Dat komt natuurlijk omdat ik dat ook ben, Ze zegt wel eens, honden zijn altijd eerlijk, als ze mensen niet vertrouwen, gaan ze nooit naar hun toe of hun baas moet zeggen doe het maar, dan ga ik wel, maar niet enthousiast.

Maar de kaart aan het bord, had een staartje. Er werd even later gebeld en daar stond iemand met die kaart aan de deur in haar handen, ik hoorde alles van af de bank want de wandeling hadden mijn poten goed moe gemaakt. Nee hoorde ik mijn vrouwtje zeggen hang maar weer terug, ik weet ervan. Toen we in de avond weer weg gingen hing hij er zij het vrouwtje.

Maar ja toen ik de volgende ochtend weer ging plassen,  hoorde ik , dat de kaart weg was. Ik keek eens naar boven naar het vrouwtje of ze boos werd, maar nee hoor, kom maar zei ze, hij komt wel weer boven water en als dat niet zo is, dan horen we wel waar hij is gebleven.

Blij ging ik naar het veldje toe om lekker alles te doen, kwam mijn vriendjes nog tegen even gespeeld, zo dat was weer tof voor vandaag. Bij de flat zag ik mijn grote vriend lopen, wau, das leuk, blij ging ik naar hem toe, aaien en effe gek doen. Ik hoorde het vrouwtje vragen weet jij waar de kaart is, ja hoor, die heeft onze Abdoel er van afgehaald zei hij, hij vond dat niet zo leuk. Mooi hoor, dan weet ik het zei het vrouwtje. In de lift zei het vrouwtje tegen mij, als je Abdoel ziet moet je me waarschuwen, dan kan ik vragen wat hij met de kaart heeft gedaan. Ik heb die vraag natuurlijk in mijn honden-koppie opgeslagen, want honden onthouden erg veel.

De mensen in de flat waren toch wel verontrust over wat er op die kaart had gestaan, het was schijnbaar niet leuk, je voelt dat, ik wist eigenlijk ook niet welke mensen ik spontaan moest begroten, nou ja gewoon doen hoorde ik het vrouwtje zeggen tegen de buurvrouw. Nou die raad volgde ik toen ook maar op.

De kerstdagen waren hartstikke leuk, uit logeren geweest en lekker verwend.

Toen weer thuis begonnen de knallen op straat, ik vind dat helemaal niet leuk.

Maar het knalde ook in de flat, geen vuurwerk maar de mensen. Gelukkig of jammer zijn mijn honden oren beter als die van de mensen. Mijn vrouwtje had net als andere buren een briefje in de brievenbus gekregen, vol verbazing las zei dat aan mij voor.

Wat een ongelofelijk domme gefrustreerde mensen zijn dat riep ze, die dat schrijven, die zijn ziek. Nou dacht ik, de dierenarts heeft nog zitting, misschien kan die helpen, want ik begrijp er echt niets van.

Ik hou geïnteresseerd mijn kop scheef om net te doen als of ik het begrijp, maar dat is niet zo.  Ik begrijp er helemaal niks meer van, riep ze, O gelukkig, zei ook al niet. Onderweg als ik me dagelijkse behoeften doen, hoorde ik ook al, ik begrijp er helemaal niets meer van, wie doet dit nu, wie is zo ziek dat je met zoveel haat kan leven, das is toch niet gezond. Iedereen verdenkt elkaar hoorde ik, nou ik verdenk mijn flatvriendjes helemaal niet, als ik ze zie dan spelen we met elkaar en zijn blij, maar die mensen!!!!!!

Het vrouwtje zei tegen me, jammer dat honden niet kunnen lezen. Ik vond het niet jammer, het leven wordt er alleen maar naarder van, papier verscheuren is veel leuker.

In de middag gingen we weer het bekende rondje maken, kwam de lift uit, even blaffen want ik zag onze Abdoel. Ha, riep het vrouwtje Abdoel, ik moet je wat vragen, waar is de kaart die je van het bord hebt gehaald, heb ik niet gedaan riep hij, ik weet van niks, Wat, riep het vrouwtje er is toch echt gezegd, dat hij door jou er is afgehaald.

Nee hoor. Vrouwtje begreep er niks van, moperend liepen we de straat op, ik voelde dat het vrouwtje boos werd en hoorde haar mopperen, waarom jokken die mensen toch zo. Of zou het anders zijn, misschien hoor ik het nog wel eens.
Zelf kreeg ik ook een raar gevoel. We gingen vlug naar huis, want de knallen werden steeds heftiger, ik  kan daar niet tegen en wordt onrustig.  Vrouwtje verteld ieder jaar dat het net de Ethiopische oorlog lijkt waar in ze heet gezeten, haar blijheid zakt dan ook. Ik heb die avond wel lekker gegeten, een oliebol die de buurvrouw heeft gebakken. Beter als honden brokken.

Het laatste rondje wel vroeg omdat het heel erg knalde.

Toen we terug kwamen nog even de brievenbus gecontroleerd.

Gatverdamme, riep ze. Wat nou weer dacht ik, ik wil naar boven. Wat zat er in, twee kranten en een inlegkruisje, ze heeft het op de bank in de hal geworden, en boven zes keer haar handen gewassen. Op die kaart stond ook dat ze een vies oud wijf was, maar iemand die zo iets vies in haar brievenbus stopt is mogelijk nog viezer.

Oudejaarsavond, bleef ik onrustig, van Poes Tom had ik ook geen steun, die zat vol aanbidding naar zijn bord met eten te kijken.

Met al die toestand zat ik met het lawaai aan mijn kop nog eens te overdenken.

De wens van mij is wel dat de mensen die hier wonen, nu eindelijk eens net als de honden die in de flat wonen, lekker samen gaan spelen, als het niet goed is even grommen en uit blaffen, dan weer verder spelen.

Een honden leven is kort, maar een mensen leven is hier in de flat nog korter. Speel en eet met elkaar.

Kyra.