Mijn belevenissen tussen Kerst en Nieuwjaar waren niet voor de
poes. Even voor de kerst kwam ik thuis met mijn vrouwtje van het dagelijkse
middagrondje, ha, dacht ik, gelukkig daar is de buurvrouw, die stond vrolijk
kaartjes in de brievenbus te doen bij andere buren.
Nog een buurvrouw die ik niet ken, maar die was heel lief, gaf
me een aai. Ook die deed kaartje in de bus en ging kijken naar andere kaartjes.
O ja, hoorde ik het vrouwtje zeggen, ik ga ook eens kijken welke vrolijke groet
ik in mijn bus heb gekregen. OOOOOOOOOOOOO, hoorde ik haar roepen en ik keek al
blij op, want dat was leuk. Moeten jullie nu eens horen, riep ze, wat een
fantastische wens. Die ga ik met iedereen delen en zet hem op het bord. Wat
staat er dan riepen de andere buren, nou lees maar. De buurvrouw van beneden
kwam ook uit de lift, kijk nou eens riep het vrouwtje, welke wens ik heb
gekregen. Ze keken verbaasd naar de tekst, ik merkte dat die niet in de haak
was, maar begrijpen doe ik al die dingen niet, maar je voelt dat het niet tof
is. De kaart ging op het bord tussen al die anderen. Want het was tenslotte een
kerst kaart zei het vrouwtje.
Maar mijn vrouwtje kan wel blij doen en veel lachen, want chagrijnig
is ze nooit, een kut wijf ook niet, en onbetrouwbaar helemaal
niet. Ze is recht door, streng doch rechtvaardig. Niet altijd leuk, maar ik
weet wat ik aan haar heb, kan altijd op haar steunen. Dat komt natuurlijk omdat
ik dat ook ben, Ze zegt wel eens, honden zijn altijd eerlijk, als ze mensen
niet vertrouwen, gaan ze nooit naar hun toe of hun baas moet zeggen doe het
maar, dan ga ik wel, maar niet enthousiast.
Maar de kaart aan het bord, had een staartje. Er werd even
later gebeld en daar stond iemand met die kaart aan de deur in haar handen, ik
hoorde alles van af de bank want de wandeling hadden mijn poten goed moe
gemaakt. Nee hoorde ik mijn vrouwtje zeggen hang maar weer terug, ik weet
ervan. Toen we in de avond weer weg gingen hing hij er zij het vrouwtje.
Maar ja toen ik de volgende ochtend weer ging plassen, hoorde ik , dat de kaart weg was. Ik keek eens
naar boven naar het vrouwtje of ze boos werd, maar nee hoor, kom maar zei ze,
hij komt wel weer boven water en als dat niet zo is, dan horen we wel waar hij
is gebleven.
Blij ging ik naar het veldje toe om lekker alles te doen, kwam
mijn vriendjes nog tegen even gespeeld, zo dat was weer tof voor vandaag. Bij
de flat zag ik mijn grote vriend lopen, wau, das leuk, blij ging ik naar hem
toe, aaien en effe gek doen. Ik hoorde het vrouwtje vragen weet jij waar de
kaart is, ja hoor, die heeft onze Abdoel er van afgehaald zei hij, hij vond dat
niet zo leuk. Mooi hoor, dan weet ik het zei het vrouwtje. In de lift zei het
vrouwtje tegen mij, als je Abdoel ziet moet je me waarschuwen, dan kan ik
vragen wat hij met de kaart heeft gedaan. Ik heb die vraag natuurlijk in mijn
honden-koppie opgeslagen, want honden onthouden erg veel.
De mensen in de flat waren toch wel verontrust over wat er op
die kaart had gestaan, het was schijnbaar niet leuk, je voelt dat, ik wist
eigenlijk ook niet welke mensen ik spontaan moest begroten, nou ja gewoon doen
hoorde ik het vrouwtje zeggen tegen de buurvrouw. Nou die raad volgde ik toen
ook maar op.
De kerstdagen waren hartstikke leuk, uit logeren geweest en
lekker verwend.
Toen weer thuis begonnen de knallen op straat, ik vind dat
helemaal niet leuk.
Maar het knalde ook in de flat, geen vuurwerk maar de mensen.
Gelukkig of jammer zijn mijn honden oren beter als die van de mensen. Mijn
vrouwtje had net als andere buren een briefje in de brievenbus gekregen, vol
verbazing las zei dat aan mij voor.
Wat een ongelofelijk domme gefrustreerde mensen zijn dat riep
ze, die dat schrijven, die zijn ziek. Nou dacht ik, de dierenarts heeft nog
zitting, misschien kan die helpen, want ik begrijp er echt niets van.
Ik hou geïnteresseerd mijn kop scheef om net te doen als of ik
het begrijp, maar dat is niet zo. Ik
begrijp er helemaal niks meer van, riep ze, O gelukkig, zei ook al niet.
Onderweg als ik me dagelijkse behoeften doen, hoorde ik ook al, ik begrijp er
helemaal niets meer van, wie doet dit nu, wie is zo ziek dat je met zoveel haat
kan leven, das is toch niet gezond. Iedereen verdenkt elkaar hoorde ik, nou ik
verdenk mijn flatvriendjes helemaal niet, als ik ze zie dan spelen we met
elkaar en zijn blij, maar die mensen!!!!!!
Het vrouwtje zei tegen me, jammer dat honden niet kunnen
lezen. Ik vond het niet jammer, het leven wordt er alleen maar naarder van,
papier verscheuren is veel leuker.
In de middag gingen we weer het bekende rondje maken, kwam de
lift uit, even blaffen want ik zag onze Abdoel. Ha, riep het vrouwtje Abdoel,
ik moet je wat vragen, waar is de kaart die je van het bord hebt gehaald, heb
ik niet gedaan riep hij, ik weet van niks, Wat, riep het vrouwtje er is toch
echt gezegd, dat hij door jou er is afgehaald.
Nee hoor. Vrouwtje begreep er niks van, moperend liepen we de
straat op, ik voelde dat het vrouwtje boos werd en hoorde haar mopperen, waarom
jokken die mensen toch zo. Of zou het anders zijn, misschien hoor ik het nog wel eens.
Zelf kreeg ik ook een raar gevoel. We gingen vlug naar huis, want de knallen werden steeds heftiger, ik kan daar niet tegen en wordt onrustig. Vrouwtje verteld ieder jaar dat het net de Ethiopische oorlog lijkt waar in ze heet gezeten, haar blijheid zakt dan ook. Ik heb die avond wel lekker gegeten, een oliebol die de buurvrouw heeft gebakken. Beter als honden brokken.
Zelf kreeg ik ook een raar gevoel. We gingen vlug naar huis, want de knallen werden steeds heftiger, ik kan daar niet tegen en wordt onrustig. Vrouwtje verteld ieder jaar dat het net de Ethiopische oorlog lijkt waar in ze heet gezeten, haar blijheid zakt dan ook. Ik heb die avond wel lekker gegeten, een oliebol die de buurvrouw heeft gebakken. Beter als honden brokken.
Het laatste rondje wel vroeg omdat het heel erg knalde.
Toen we terug kwamen nog even de brievenbus gecontroleerd.
Gatverdamme, riep ze. Wat nou weer dacht ik, ik wil naar
boven. Wat zat er in, twee kranten en een inlegkruisje, ze heeft het op de bank
in de hal geworden, en boven zes keer haar handen gewassen. Op die kaart stond
ook dat ze een vies oud wijf was, maar iemand die zo iets vies in haar
brievenbus stopt is mogelijk nog viezer.
Oudejaarsavond, bleef ik onrustig, van Poes Tom had ik ook
geen steun, die zat vol aanbidding naar zijn bord met eten te kijken.
Met al die toestand zat ik met het lawaai aan mijn kop nog
eens te overdenken.
De wens van mij is wel dat de mensen die hier wonen, nu
eindelijk eens net als de honden die in de flat wonen, lekker samen gaan
spelen, als het niet goed is even grommen en uit blaffen, dan weer verder
spelen.
Een honden leven is kort, maar een mensen leven is hier in de
flat nog korter. Speel en eet met elkaar.
Kyra.